Opdracht 1




Wat gaan we doen?
Dit schooljaar heeft KUBV als overkoeplend thema 'narratieve assemblage' dit klinkt heel duur, maar kortgezegd is dit een verzameling van beeld met een verhaal. Dit thema ga je onderzoeken hoeveel beelden je nodig hebt om een (jouw) verhaal te vertellen. Het onderwerp is de (on)mogelijke stad, en dan wel onze stad. Je gaat Amsterdam bekijken als een beeldmaker.

De (on)mogelijke stad
Wat je gaat vertellen en hoe, daar ben je vrij in. We beginnen met een aantal opdrachten om je even los te maken. En dan is het aan jou (en de stad) om aan het werk te gaan. Observeer de stad en haar mensen, bestudeer de geschiedenis en denk na over de toekomst? Bekijk de als ontmoedingsplek, een plek waar meerdere generaties wonen. Zoom in op de wereld van de verschillende generaties en hoe gaan ze met elkaar om? Welke maatschappelijke discussies spelen er tussen hen? Welke waarden op het gebied van kunst en cultuur dragen ze op elkaar over, welke wegen slaat men in om oplossingen te vinden voor de enorme uitdagingen waarmee de samenleving vandaag de dag geconfronteerd wordt? Welke rol spelen begrippen als diversiteit en conclusie hierin?

Hoeveel beelden heb je nodig om een verhaal te vertellen?
Deze vraag ga je beantwoorden door zelf verschillende series en losse beelden te maken. Daarnaast onderzoek je wat andere kuntenaars doen om hun verhaal te vertellen. En hoe leg je een onderzoek vast? Dit komt allemaal naar voren in je dummy. Je zorgt voor een breed en overzichtelijk visueel onderzoek (met waar nodig teksten). Je experimenteert met verschillende materialen, denk aan; fotografie, acryl, stof, potlood, houtskool, klei enz. Je onderzoekt minimaal 3 verschillende materialen voor je begint aan je eindwerk. Je experimenteert, bespreekt, onderzoekt en sta open voor verassingen tijdens het proces. Laat je werk tot stand komen door toevalligheden en gooi vooral geen (mislukt) werk weg. Dit is ook een onderdeel richting je eindwerk.

Beoordeling:
Het eindwerk zal worden vertaald naar een presentatie in de klas (of een plek in de school). Dit vormt samen met je serie een cijfer. De docent (en je medestudenten) zullen kijken naar de conceptuele onderbouwing en de kwaliteit van het werk in relatie tot het onderwerp.
Het tweede cijfer is voor je proces, is er een duidelijk onderzoek te zien. Zijn er vragen gesteld en is er een productie aan beeld en experiment te zien. Het is de eerste keer dat je dit zelfstandig zo doet, denk eraan om tussentijds je werk met medestudenten en je docent te bespreken.



Opdracht thema 1
Opdracht thema 2
Opdracht thema 3
Opdracht thema 4
Bronnen
Dummy
home